Toen ik begin 2022 de diagnose diabetes type 1 kreeg, dacht ik in het begin (vrij naïef): oké, vier keer per dag insuline spuiten. Vervelend, maar dat moet te doen zijn. Helaas bleek het stabiel houden van mijn bloedsuikers toch wat meer inzicht en werk te kosten dan ik dacht. Als je net gediagnosticeerd bent komt er heel veel op je af. Je krijgt een pakket met informatie mee, maar bij thuiskomst begint het eigenlijk pas echt. Dan moet je het zelf gaan doen en vanalles uitproberen om erachter te komen wat werkt voor jou.
Zelf ben ik enorm veel gaan lezen en expertimenteren en in de twee jaar dat ik nu met deze ziekte leef, lukt het me meestal om meer dan 80% van de tijd binnen het streefbereik te blijven (tussen de 4 en 10 mmol/l). Dat het nu goed gaat komt mede door mijn CGM (de Dexcom G7 sensor) en mijn insulinepomp, maar daarnaast zijn er ook dingen waar ik rekening mee houd die mij in het ziekenhuis niet verteld zijn, maar wel een groot verschil maken. Hieronder beschrijf ik een aantal praktische dingen die ik geleerd heb die het managen van mijn diabetes makkelijker hebben gemaakt.
De timing van je insuline is belangrijk
Dien jij snelwerkende insuline direct toe voordat je gaat eten? Dan zul je waarschijnlijk vaker last hebben van bloedsuikerpieken rondom je maaltijden. Insuline heeft even de tijd nodig om goed zijn werk te kunnen doen. Je kunt hierop inspelen door na het spuiten of bolussen even te wachten met eten. Hoe lang precies? Dat is afhankelijk van je bloedsuikerwaarde op dat moment, wat je precies gaat eten én hoe insulinegevoelig je bent.
Zelf probeer ik meestal een kwartier tot twintig minuten aan te houden, behalve als mijn bloedsuikers al redelijk laag zijn (om een hypo te voorkomen) of als ik er een keer echt geen tijd voor heb. Via mijn Dexcom app heb ik inzicht in mijn bloedsuikers, en als ik zie dat mijn bloedsuikers beginnen te dalen, begin ik ook met eten. Zorg er wel voor dat je maaltijd klaar staat na je 'wachttijd'. Als ik uit eten ga houd ik me hier bijvoorbeeld niet aan, dan wacht ik liever met bolussen totdat het eten voor mijn neus staat en ik kan zien wat er op mijn bord ligt.
Proteïnen en vetten hebben ook invloed op je bloedsuikers
Bij het bolussen of inspuiten van insuline moet je natuurlijk ook rekening houden met wát je gaat eten. Bij een maaltijd met veel vetten (bijvoorbeeld pizza) wordt de opname van de koolhydaten vertraagd, waardoor het handig kan zijn om een deel van je insuline te spuiten vóór de maaltijd en het andere deel een uur erna.
Het schema hieronder is gebaseerd op de informatie van de Amerikaanse website Beyond Type 1 en helpt mij bij het maken van beslissingen rondom de timing van mijn insuline bij verschillende maaltijden. Wil je onderstaande tips ook gaan opvolgen maar wijkt dit heel erg af van jouw 'normale' handelingen? Bespreek je plannen dan ook even met je diabetesteam in het ziekenhuis en houd je bloedsuikers goed in de gaten zodat je gevaarlijke situaties kunt voorkomen.
Het effect van sport en beweging op je bloedsuikers verschilt per activiteit (en per persoon)
Het effect van sporten op diabetes? Dat verschilt heel erg per activiteit en per persoon. Bij mij dalen mijn bloedsuikers heel snel als ik ga wandelen, fietsen of hardlopen. Bij krachttraining stijgen ze meestal juist. Voor mij persoonlijk werkt het goed om ongeveer 3 uur na een maaltijd te gaan sporten, omdat ik dan geen actieve insuline meer in mijn bloed heb (alleen langwerkende of je 'basaal' bij een insulinepomp). Dat voorkomt snelle dalingen. Meestal zet ik mijn insulinepomp tijdelijk uit als ik aan het sporten ben, zodat ik tussendoor niet hoef te stoppen om suiker te eten.
Je hoeft niet altijd hetzelfde te eten bij een hypo
Wat eet jij als je een hypo hebt? Mij is in het ziekenhuis verteld om bij een bloedsuiker onder de 4 mmol altijd zes Dextro's te eten. Ik merkte al snel dat dit voor mij meestal veel te veel is. Daarnaast werken die snelle suikers niet zo lang door, waardoor ik vaak een piek kreeg maar na een uur weer een lage bloedsuiker had. Daarom eet ik nu meestal eerst 1-2 Dextro's voor de snelle suikers en daarnaast een stuk fruit of iets anders met langzame koolhydraten, zodat ik het wat langer volhoud.
Perfectie is niet het doel
Soms heb ik zo'n honger dat ik geen half uur wil wachten tot mijn insuline beter aan het werk gaat. Soms ben ik verkouden of heb ik minder bewogen dan normaal, waardoor mijn lichaam minder goed op insuline reageert. Soms heb ik net gebolust maar krijg ik mijn bord niet helemaal leeg. Soms heb ik geen tijd om te wandelen als ik een hoge bloedsuiker heb. Soms maak ik een verkeerde inschatting over het aantal koolhydraten in een maaltijd.
En met 'soms' bedoel ik dat ik bijna elke dag wel iets verkeerd inschat en daardoor toch eventjes wat hoger of lager uitkom dan ik wilde. En dat is oké, want perfectie is niet het doel. Ja, zoveel mogelijk je best doen om je bloedsuikers in range te houden is een goed idee. Maar je wil ook nog een leuk leven kunnen leiden! Probeer erachter te komen wat werkt voor jou en wees niet te streng voor jezelf.
Comentarios