Hoe neem je insuline mee op reis?
- Guusje
- 13 aug 2023
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 12 apr
Als iemand met diabetes type 1 weet ik maar al te goed hoe belangrijk het is om insuline goed te vervoeren, vooral tijdens het reizen. Te warm, te koud, of te veel temperatuurschommelingen - het kan allemaal invloed hebben op de werking. In de afgelopen jaren heb ik veel gereisd, van backpacken in Colombia en Azië tot wintersport in de Alpen, en ik heb geleerd wat wel en níét werkt. Hier deel ik mijn persoonlijke ervaringen en tips.

1. Insuline buiten de koelkast: hoe lang blijft het goed?
Nadat je insuline uit de koelkast hebt gehaald, blijft het volgens de richtlijnen ongeveer vier weken werkzaam. Een voorwaarde is wel dat het niet warmer is dan 25 graden Celsius. Het is dus belangrijk om insuline niet in de volle zon of in een warme ruimte te laten liggen. Aan de andere kant kan insuline ook niet tegen extreme kou. Ik heb een deel van mijn insuline wel eens toevertrouwd aan een hostelmedewerker, die het keurig in de koelkast legde. Helaas precies tegen de koude achterwand, waardoor het bevroor en ik het niet meer kon gebruiken. Sindsdien ben ik extra voorzichtig en houd ik áltijd een deel van mijn insuline in een apart tasje.
2. Koelen van je insuline als je op reis bent
Ga je met de auto, de trein of het vliegtuig? Dan kun je een speciale koker of een koeltasje gebruiken om je insuline te vervoeren. Zelf gebruik ik de koeltasjes van FRIO. Deze dompel je onder in water, waarna ze zo'n 45 uur koel blijven zonder dat je er elektriciteit voor nodig hebt. Superhandig, vooral omdat je ze steeds opnieuw kunt gebruiken.
Reis je rond met een caravan of een camper? Dan kun je jouw insuline meestal gewoon in de koelkast bewaren. Zorg er wel voor dat je de pennen niet tegen de achterwand of het vriesvak aan legt, om te voorkomen dat ze bevriezen. Een koelbox kan daarnaast ook een goede optie zijn. Houd dan wel voldoende ruimte tussen de koelelementen en je insuline.
3. Insuline meenemen tijdens vliegreizen
Ik neem mijn insuline altijd in mijn handbagage mee. Het ruim van een vliegtuig kan te koud worden, en bovendien wil ik niet het risico lopen dat mijn koffer kwijtraakt. Bij security meld ik altijd even dat ik diabetesspullen bij me heb. Ik stop alles in een aparte tas, zodat het snel te controleren is. Mijn insulinepomp laat ik liever niet door de röntgenscanner gaan, dus meestal vraag ik om een handmatige controle. Maar eerlijk is eerlijk: op drukke luchthavens is het weleens voorgekomen dat de pomp toch door de scanner moest, en gelukkig is dat tot nu toe ook altijd goed gegaan.
4. Backpacken met insuline
Ook als je gaat backpacken zou ik een FRIO-tasje aanraden. Je kunt ze steeds opnieuw gebruiken en ze zijn redelijk licht. Een andere optie is om je insuline in een thermosfles te doen die je regelmatig met koud water omspoelt. Rol een stukje papier of stof om je pennen of flacons om te voorkomen dat ze breken.
5. Controleren van de kwaliteit van insuline
Soms is het lastig te zien of insuline nog goed is, maar ik let altijd op een paar dingen. Zie ik vlokjes of korreltjes? Dan gooi ik het meteen weg. En merk ik dat mijn bloedsuiker onverklaarbaar hoog blijft, dan kan dat ook een teken zijn dat de insuline niet meer goed werkt.

6. Insuline in het buitenland
Gelukkig heb ik het nog nooit hoeven doen, maar mocht al mijn insuline bederven of onverwachts opraken, dan weet ik dat ik in de meeste landen wel insuline kan krijgen. Wel is het handig om vooraf te checken of jouw merk verkrijgbaar is op je bestemming en onder welke naam. Je kunt een extra recept aanvragen bij je diabetesverpleegkundige, voor het geval dat.
Mijn gouden reisregel
Neem altijd meer insuline mee dan je denkt nodig te hebben. Ik heb liever wat over dan dat ik zonder kom te zitten! Met een flinke reserve in je tas, kun je je focussen op de leuke dingen: namelijk alle mooie ervaringen die je gaat beleven op reis.
Comments